BEGRIPPENLIJST
Akkoord: het aanbieden van een akkoord op basis van financiering door een derde. Het aanbod dat wordt gedaan moet leiden tot een hogere uitkering aan de schuldeisers dan schuldeisers op basis van een prognose aan het einde van de looptijd zouden ontvangen. Anders dan in het minnelijke traject hoeven niet alle schuldeisers in te stemmen.
Bewindvoerder Wsnp: niet te verwarren met een beschermingsbewindvoerder. De bewindvoerder houdt toezicht op de nakoming van de uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen.
Boedel: de verzamelnaam voor alles wat waarde heeft en te gelden kan worden gemaakt om de kosten van de regeling en de schuldeisers te voldoen.
Boedelrekening: de rekening waarop al het geld uit de boedel gespaard wordt
Boedelvordering: de vordering die staat boven de overige schuldeisers en die bij voorrang uit de boedel betaald dient te worden.
Concurrente vordering: een vordering waaraan de wet geen voorrang toekent.
Juridische einde van de regeling: het verbindend worden van de slotuitdelingslijst. Het schone lei vonnis krijgt hierdoor rechtskracht.
Looptijd regeling: de periode waarin de verplichtingen uit de Wsnp op een schuldenaar van toepassing zijn. Dit is doorgaans drie jaar.
Minnelijk traject: het traject waarbij, buiten de rechtbank om, is getracht met de schuldeisers een akkoord te bereiken.
Preferente vordering: vordering waarvan de vordering voorrang heeft op andere schuldeisers. De voorrang vloeit altijd voort uit de wet.
Pro forma: een zitting die worden gehouden buiten de aanwezigheid van schuldenaar en de bewindvoerder. Dit gebeurt alleen indien de zitting slechts een formaliteit betreft en een inhoudelijke zitting niet noodzakelijk is.
Rechter-commissaris: de rechter die namens de rechtbank is benoemd om op deze regeling toezicht te houden.
Schuldenaar: degene op wie de Wsnp van toepassing is verklaard. Ook wel saniet genoemd
Schone lei: de verklaring van de rechtbank dat aan de verplichtingen voortvloeiend uit de toepassing van de Wsnp is voldaan. De verklaring die wordt gegeven in de vorm van een vonnis, houdt in dat de vorderingen van de schuldeisers – voor zover zij niet uit de boedel kunnen worden voldaan – niet meer kunnen worden geïncasseerd. Er resteert slechts een zogeheten natuurlijke verbintenis.
Slotuitdelingslijst: de lijst met daarop vermelding van de schuldeisers en per schuldeiser de hoogte van zijn/haar vordering, het uit te keren percentage op de vordering en het uit te keren bedrag. De lijst wordt ook opgesteld indien geen uitkering kan plaatsvinden.
Tussentijdse beëindiging (artikel 350 Fw): het beëindigen van de regeling voor het einde van de looptijd. Tussentijdse beëindiging vindt plaats vanwege het niet of onvoldoende nakomen van de uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen.
Verbindende slotuitdelingslijst: de slotuitdelingslijst die voor een termijn van 10 dagen ter griffie van de rechtbank ter inzage heeft gelegen, zonder dat één van de schuldeisers verzet heeft aangetekend. Het betekent het juridische einde van de regeling. Na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst wordt, indien uit de slotuitdelingslijst van een uitkering blijkt, overgegaan tot uitkering van de in de slotuitdelingslijst genoemde bedragen.
Verificatievergadering: de vergadering waarbij de (de hoogte van) de vorderingen van de schuldeisers definitief wordt vastgesteld aan de hand van een door de bewindvoerder opgestelde lijst van ter verificatie aangemelde vorderingen. Vermelding op de door de rechtbank gewaarmerkte crediteurenlijst staat gelijk aan een executoriale titel. Dit betekent dat als er geen schone lei wordt verleend, de vermelding gelijk staat aan de toekenning van de vordering door een rechter. Er hoeft daardoor niet meer te worden geprocedeerd om de hoogte van de vordering vast te stellen. Er kan op basis van de gewaarmerkte crediteurenlijst bijvoorbeeld beslag worden gelegd. Een verificatievergadering vindt alleen plaats als het onder de schuldeisers te verdelen bedrag meer dan € 2.000,00 bedraagt.
Verslag: het periodieke verslag dat voor het eerst binnen vier weken na toepassing van de wsnp door de bewindvoerder dient te worden uitgebracht en vervolgens iedere zes maanden gerekend vanaf datum toepassing Wsnp. Een eindverslag met daarin een voorlopig advies met betrekking tot de toekenning van de schone lei, wordt drie maanden voor het einde van de looptijd van de regeling uitgebracht. Het verslag kan bij de rechtbank worden opgevraagd maar is alleen beschikbaar voor belanghebbenden.